Skip to main content

Elvira Stinissen naar de Paralympics

Ik heb afgesproken met Elvira bij haar thuis in Den Haag. Mijn Tom-Tom leidt mij netjes naar de straat waar ik met Elvira Stinissen heb afgesproken. Het duurt even voordat ik een parkeerplek vind, maar gelukkig was ik op tijd. Elvira doet open en haar hond blaft me tegemoet. Ik voel me meteen welkom. Ik had Elvira al eerder ontmoet op het SportGala in Alphen aan den Rijn waar zij een aantal prijzen mocht uitrijken. Dit omdat Elvira in een topsportplan van Randstad is opgenomen, waarover later meer. Elvira is zitvolleybalster in het Nederlands team.

 

Handicap

Elvira is geboren op 26 maart 1979 en groeit op in Utrecht met vader, moeder en vijf jaar jongere broertje. Ze wordt geboren “met één been”, zoals ze zelf zegt. Maar dat is niet helemaal waar, ze mist eigenlijk een bovenbeen waardoor haar rechterbeen met de knie aan haar heup grenst en dus veel korter is dan haar linkerbeen. Als ik vraag of ze in haar jeugd last heeft gehad van haar handicap zegt ze dat dat niet zo is. Alhoewel haar moeder wel eens vertelde dat ze als kind periodes had waarin ze heel stil was en zich terugtrok met haar Barbies op haar kamer speelde. “En toen ik die Barbies laatst terug zag, hadden die allemaal maar één been. Waarschijnlijk heb ik op die manier langzaam leren verwerken dat ik anders was”, zegt ze lachend.

 

Sporten

Sporten doet Elvira al heel lang. Paardrijden en fitness doet ze in de reguliere sportwereld. Maar ze wilde meer en is fanatiek. Door een sport-consulente in het revalidatiecentrum kwam ze in aanraking met de gehandicapte sport. Aangezien ze liever niet in een rolstoel wilde sporten kwam ze eerst in aanraking met skiën, wat ze nog steeds graag doet. Maar toen ze kennis maakte met het zitvolleybal was ze verkocht. Ze trainde in Utrecht bij vereniging Volleer en maakte kennis met het Nederlands damesteam dat toevallig ook in die hal trainde. “Het is een klein wereldje zeker in de tijd dat ik net begon in 2001. Als je fanatiek bent en talent hebt, wordt je snel uitgenodigd om een keer mee te trainen met de Nederlandse selectie. Ik was toen 21 jaar en vond het natuurlijk een geweldige eer. Zo rolde ik er min of meer in”, zegt Elvira met bescheiden trots.

 

Studie

Op school heeft Elvira zeker niet stil gezeten. Na de MAVO deed ze de HAVO om vervolgens naar het VWO te gaan. Ze wist namelijk zeker dat ze rechten wilde gaan studeren. Dit bleek echter niet de juiste keus, want het bleek veel saaier te zijn dan ze van te voren had gedacht. Na een jaar studie Nederlands besluit Elvira toch te gaan werken. Ze werkt anderhalf jaar in de kwaliteitszorg en dat heeft haar geholpen een betere studiekeuze te maken.

De studie sociale wetenschappen rond ze af met haar masters in bestuurs- en organisatie wetenschappen.

 

Werk

Na haar studie komt ze via NOC*NSF in aanraking met Randstad ‘Goud op de werkvloer’. Dit concept spreekt haar aan omdat op die manier het bedrijfsleven en topsport met elkaar in contact wordt gebracht. Elvira werkt nu bij Sportservice Zuid-Holland als consulent rondom beleidsontwikkeling bij gemeenten en als accountmanager waar ze drie regio’s laat samenwerken op het gebied van sport. “De combinatie sport en werken vind ik heel prettig. Je kunt zo lekker af en toe je focus verleggen, daardoor kan je het beter volhouden. Alleen sport is voor mij te eenzijdig, het is goed voor mijn ontwikkeling om naast sport ook te werken. Mijn studie zou anders te weinig opleveren en zonder werkervaring val je volgens mij na het sporten in een in een zwart gat”, vertelt Elvira. Sporten doet Elvira elke dag. Door de weeks is ze vier middagen met het Nederlands team aan het trainen in Leersum of Papendal. Daar komen binnenkort ook de vrijdagavond en zaterdag nog bij. En dan traint ze nog met haar eigen vereniging en is ze in de sportschool te vinden voor conditie en krachttraining. “Die krachttraining doe ik ook wel eens thuis, dat is dan wat praktischer.”

 

Topsport

Elvira speelt inmiddels bijna zeven jaar mee in het Nederlands zitvolleybal team. Ze speelt verschillende toernooien op wereld niveau. Als ik haar vraag welke toernooien haar het meeste bijgebleven zijn noemt ze er drie. “Het WK 2006 in Nederland was heel speciaal omdat we daar goud wonnen door het onverslaanbare China te verslaan. En ik was toen voor het eerst een basisspeler, dat maakt het natuurlijk ook heel apart. Het EK 2009 in Polen was ook speciaal omdat we daar weer goud wisten te winnen”, vertelt ze met glinsteringen in haar ogen.

“Maar Beijing 2008 de Paralympische spelen was natuurlijk heel speciaal. Ondanks dat we daar heel erg baalde dat we van de Amerikanen verloren in de halve finale, wisten we toch het brons mee naar huis te nemen. Wat een ervaring! En we waren iets eerder klaar dan het toernooi was afgelopen dus ik kon met mijn moeder en broer nog even iets van China zien”

Ik vraag Elvira of het voor gehandicapten een probleem is om te reizen en in het Olympisch dorp te wonen tijdens het toernooi. Ze vertelt dat het reizen soms wel heel erg traag gaat maar dat het wonen in het dorp prima ging. Alleen zijn de afstanden daar erg groot. Dat kost veel energie omdat lopen nu eenmaal niet zo makkelijk gaat en je lang op het vervoer moet wachten waardoor je lang moet staan. “Ik neem naar Londen lekker een fietsje mee, dan heb je dat probleem niet zo en verbruik je veel minder onnodige energie”, aldus Elvira.

 

Zitvolleybal

Het zitvolleybal heeft eigenlijk dezelfde regels als het reguliere volleybal. Er zijn wat andere regels aan toegevoegd zoals het feit dat je altijd met één bil op de grond moet blijven, dat er een service blok mag zijn en dat er twee of drie spelverdelers zijn.

Sinds de gehandicapte sport is geïntegreerd bij het NOC*NSF merkt Elvira een duidelijke professionalisering van de sport. Er is een bondscoach aangesteld, namelijk Michiel de Ruyter. Hij komt uit het reguliere volleybal en in combinatie met een assistent uit het zitvolleybal gaat dat heel goed. De selectie van een team gaat wat anders dan in het reguliere volleybal. Je hebt namelijk drie categorie speelsters; zwart, grijs en wit. Het onderscheid tussen zwart en grijs zit vooral in de zwaarte van de handicap. Een team mag bestaan uit vijf zwarte en één grijze speelster. En dan mag er maximaal nog één grijze speelster op de bank plaatsnemen. Het Nederlands team voor Londen heeft acht zwarte en twee grijze speelsters maar kent ook een witte speelster. Haar handicap is niet zwaar genoeg om mee te mogen spelen met de wedstrijden. Maar omdat ze een meerwaarde heeft voor het team en de trainingen gaat ze toch mee en zit ze op de tribune.

 

Tot slot

Elvira’s hond wordt opgehaald om lekker te gaan lopen in het bos en ik maak kennis met Elvira’s partner die ook thuis aan het werk is. “Het is zo fijn dat hij achter mijn sport en werk staat. Naast mijn moeder is hij mijn allergrootste fan! Een stabiele thuisbasis is heel belangrijk voor topsportsters. Gelukkig ziet hij dat sport het positieve in mij naar boven haalt”.

Tot slot vraag ik haar wat zij vrouwen zou willen meegeven als het om sport gaat. Ze geeft aan dat sport haar veel meer eigenwaarde heeft gegeven. “Je wordt door sport krachtiger en krijgt meer zelfvertrouwen. Doe vooral dat waar je goed in bent!” Ik neem afscheid van een zeer energieke vrouw. Ik wens haar heel veel succes op de spelen en hoop met haar dat ze met haar team in staat is om de landen China, Amerika, Oekraïne en ook Brazilië te verslaan.

  • Aangemaakt op .